Kwaliteitsbepaling

 

Inleiding

Kwaliteit van een munt is een dusdanig subjectief gegeven dat er altijd discussie over mogelijk is. Alle muntkwaliteiten zijn afgeleid van de staat waarin de munt verkeert indien in volstrekt perfecte conditie, recht uit de muntpers, al dan niet geslagen met gepolijste stempels en/of op gepolijst muntplaatje; de zogenaamde FDC kwaliteit. Aan de definitie wat nu FDC is geven velen een eigen invulling. Er is echter maar één juiste naar mijn mening:

FDC
Een munt is in FDC conditie als deze geen enkel spoor van beschadiging vertoont. Indien een vergrootglas nodig is om een eventuele beschadiging waar te nemen is de munt nog steeds in FDC conditie. Vele munten zullen tijdens het productieproces reeds de FDC kwaliteit verliezen. Slecht weinige munten uit de Wilhelmina periode zijn dus echt FDC. Na de tweede wereldoorlog werden er sets uitgebracht in FDC kwaliteit waaraan speciale zorg werd besteed. Voor en tijdens de oorlog was het voorkomen van een munt in FDC kwaliteit meer een toevalstreffer. Toch zijn er vele handelaren die munten van o.m. Wilhelmina verkopen onder vermelding van FDC kwaliteit, voorzien van krassen en randschade. Dit komt door een misvatting bij sommige mensen dat een munt in ongecirculeerde staat(UNC) meteen FDC is. Dit is natuurlijk niet zo. Laat u dus nooit afschepen met een munt die FDC zou moeten zijn waarbij een beschadiging waarneembaar is! Slijtage is natuurlijk helemaal uit den boze.
FDC munten uit de Wilhelmina periode komen in vele gedaanten voor. Zo zag ik ze met veelkleurig patina, compleet verkleurd, gedeeltelijk verkleurd (bijv. slechts eenzijdig) en volledig in oorspronkelijke kleur. Verkleuring van een munt tast de FDC kwaliteit niet aan. Sommige vormen van verkleuring verhogen zelfs de waarde van een FDC munt. Wat is immers mooier dan een FDC munt in volledig originele staat!

1 gulden 1944P FDC in originele kleur

Uit voorgaande toelichting op de FDC kwaliteit roer ik reeds de term UNC aan. Onder deze kwaliteitsvermelding worden soms munten aangeboden die eruit zien of ze door een trein overreden zijn. Indien een handelaar munten uit de Wilhelmina periode aanbiedt in UNC kwaliteit is dat m.i. een poging iets te verdoezelen. Wanneer we spreken van UNC kwaliteit is er iets mis met de munt. Dit kan een enkel krasje zijn maar ook een een serie diepe krasjes, randschades e.d. Wanneer u dus een Wilhelmina munt in UNC kwaliteit bestelt per post is er geen enkele zekerheid wat u zult ontvangen. Ook is het voor u onmogelijk te reclameren dat de kwaliteit niet klopt, omdat een zwaar beschadigde munt best ongecirculeerd kan zijn. Ik geef daarom de voorkeur aan de kwaliteitsaanduidingen FDC- en PR/FDC, omdat hiermee veel duidelijker is wat te verwachten. FDC- kwaliteit wordt toegekend aan een FDC munt met bijv. een enkel krasje, PR/FDC heeft dan wat meer krasjes of andere beschadigingen. Ook kan het zijn dat een munt FDC- of PR/FDC wordt genoemd doordat de munt een vreemde verkleuring heeft of storende oxidatievlekjes.

Halve gulden 1910 FDC- met zeer donkere patina

   

Dubbeltje 1903 FDC met regenboogkleurige patina

Uit mijn betoog kunt u  -wellicht uit ervaring-  opmaken dat rijksdaalders uit de Wilhelmina periode (vrijwel) niet te vinden zullen zijn in FDC kwaliteit. Slechts een enkele rijksdaalder heeft het productieproces ongeschonden doorlopen en dan alleen omdat de munt tussentijds zorgvuldig is behandeld en meteen apart gelegd is. Bij guldens is de kans op een FDC kwaliteit wat groter; bij hoge uitzondering zou zo'n munt het gehele productieproces ongeschonden hebben kunnen doorlopen. Er geldt: Hoe zwaarder de munt des te minder kans dat de munt onbeschadigd de uitgevende instantie kon verlaten. Uiteraard speelt hier ook de hardheid van het muntmetaal een rol; munten van vrijwel zuiver zilver zijn bijv. veel gevoeliger voor beschadiging dan nikkelen munten.

Ik ga in deze uitleg niet nader in op omschrijving van kwaliteiten beneden FDC, indien u hier meer over wilt weten verwijs ik u gaarne door naar de catalogus die de NVMH jaarlijks uitgeeft of naar de website van een collega begeesterd muntliefhebber, Ron Tholen:

DE NEDERLANDSE MUNTENSITE

Opmerking: Vanaf kwaliteit ZFR is een munt 'verzamelwaardig'. Slechts zeer schaarse munten zijn ook in lagere kwaliteit nog interessant voor de verzamelaar.  



Kwaliteitsbepaling door de handel
De NVMH (Nederlandse vereniging van Munthandelaren) beschrijft in haar catalogus de muntkwaliteit tot in de details om tot een vergelijkbare standaard te komen waar alle aangesloten munthandelaren zich aan dienen te houden. Met andere woorden zou dit betekenen dat elke munthandelaar aangesloten bij de NVMH dezelfde kwaliteit levert als een bepaalde munt in een bepaalde kwaliteit wordt verkocht. Een mooie gedachte maar zover zijn we helaas nog niet. De meeste prominente munthandelaren zijn aangesloten bij de NVMH, maar tussen deze handelaren onderling treden soms toch nog aanzienlijke verschillen in de bepaling van kwaliteit op. Enerzijds door winstbejag geboren, anderzijds puur uit foutieve beoordeling van hetgeen aangeboden wordt. Maar ondanks dit feit een mooi initiatief een kwaliteitsborging binnen de handel in Nederlandse munten te willen bewerkstelligen!
Handelaren aangesloten bij de NVMH geven de garantie dat de munt teruggenomen wordt mocht deze niet in vermelde kwaliteit of vervalst zijn. Dit laatste is zeker een geruststellende gedachte bij aankoop van de duurdere stukken!
Zie voor meer info over de NVMH:


http://www.nvmh.nl


Een topper op het gebied van Nederlandse munten, penningen en aanverwanten die ik wil uitlichten is Laurens Schulman bv te Bussum, tevens aangesloten bij de NVMH.  Een voorbeeld voor elke zichzelf respecterende munthandelaar en over de gehele wereld vermaard als muntkenner. Tevens organisator van één van de meest hoogstaande muntveilingen binnen Nederland. Een bezoekje waard!



 

Blijven binnen mijn betoog nog over de overige munthandelaren. Hier en daar bevinden zich echte "toppertjes" binnen deze groep, alhoewel niet aangesloten bij de NVMH. Ik hoop, ondanks dat ik geen beroepshandelaar ben, ook aanspraak te kunnen maken op de kwalificatie van topper, maar dat is natuurlijk aan u ter beoordeling. Helaas is het echter veelal kommer en kwel binnen de ongeorganiseerde munthandel. M.n. de kwaliteit van munten wordt soms zo erg overschat dat u thuis komt met een munt in Fraai die u, als beginnend verzamelaar, voor Prachtig verkocht is. Niet zelden ook nog eens gereinigd... Nog erger wordt het als deze munt onverhoopt vals blijkt te zijn! Ik ken lieden die willens en wetens vervalste munten als authentiek aanbieden. Hieronder een duidelijk voorbeeld van een vervalste/naslag munt (let op muntmeesterteken), maar meestal is dit veel moeilijker vast te stellen dan bij onderstaande munt het geval is:

   
Vijf gulden goud 1912 (vals c.q. naslag)     Vijf gulden goud 1912 authentiek

Tot slot wil ik beklemtonen dat mijn eigen insteek is dat er binnen de muntwereld slechts collega's zijn, geen concurrenten! Het is dan ook niet mijn bedoeling collega-muntaanbieders in een kwaad daglicht te stellen. Ik gun u enkel de kans te profiteren van de ervaring die ik in jaren heb omgebouwd op muntgebied en ben altijd bereid eerlijke uitgebreide toelichting/adviezen te geven bij uw aankopen. Zoals gezegd ben ik geen beroepshandelaar en doe dit puur voor de hobby. Ik ben volledig gespecialiseerd in slechts de Wilhelmina periode en heb hierdoor nauwelijks concurrentie te duchten. Omgekeerd geldt hetzelfde, want een gemiddelde munthandel zal de periode Wilhelmina slechts als een deel van het gehele assortiment aanbieden. Voor een munthandelaar die z'n brood moet verdienen met de handel is het ondenkbaar zich slechts op zo'n smal gebied toe te leggen.

 

Kwaliteitsbepaling naar een hoger niveau

In Nederland beperkt de kwaliteitsbepaling zich tot slechts enkele differentiaties. Internationaal gezien zijn er enkele extra kwaliteitsaanduidingen. Een overzicht:
 

Kwaliteit Afgekort Internationaal
     
Gepolijst PROOF PROOF
Prooflike PL PL
Fleur de Coin FDC BU
Ongecirculeerd UNC UNC
- - AU
Prachtig P of PR EF of XF
Zeer Fraai ZF of ZFR VF
Fraai F of FR F
Zeer Goed ZG VG
Goed G G


Zoals u zult opmerken is de internationale kwaliteit AU (Almost Uncirculated) bij ons niet in gebruik. De kwaliteit UNC is bij ons wel van toepassing maar niet m.b.t. Wilhelmina munten, dus ook een kwaliteit die in Nederland niet vermeld wordt in de catalogi. Verder staan in de Nederlandse catalogi de kwaliteiten PROOF(LIKE) niet vermeld daar er slecht zeer weinig Wilhelmina munten in deze kwaliteit vervaardigd zijn. Munten in PROOF kwaliteit zijn geslagen met gepolijste stempels op een eveneens gepolijst muntplaatje. De PROOFLIKE kwaliteit ontstond door na het slaan van de PROOF munten dezelfde stempels te gebruiken voor het slaan van munten op reguliere muntplaatjes en is dus geen 'officiële' kwaliteitsaanduiding bij Wilhelmina munten. PROOF- en PROOFLIKE munten komen net als alle andere munten voor in kwaliteiten G t/m FDC. Ook PROOF(LIKE) munten kunnen nl. in de circulatie verzeild zijn geraakt of zijn een keer uit de handen van bezitter gevallen en hierdoor beschadigd. Ook allerlei vormen van verkleuring/oxidatie zijn mogelijk bij deze munten.

Een munt die tussen FDC en PR in zit qua kwaliteit zou men PR/FDC kunnen noemen. Maar ligt de kwaliteit toch duidelijk dichter bij PR dan FDC dan zou dit PR+ worden. Hetzelfde geldt voor iets minder dan FDC wat aangeduid wordt als FDC-. Internationaal worden ook wel de voorvoegsels 'n' en 'g' gebruikt om een kwaliteit aan te duiden die net iets lager of hoger is. Zo is nXF (near extra fine) in Nederland PR- en gXF (good extra fine) bij ons PR+. Verder wordt internationaal de term 'Choice BU' gebruikt, wat staat voor een FDC munt in sublieme kwaliteit. Natuurlijk is een FDC munt altijd van sublieme kwaliteit, maar er kunnen verschillen in verkleuring (toning) en detaillering zijn. Verschillen in detaillering komen voort uit feit dat stempels in het begin van het productieproces van munten scherper zijn dan na vele afslagen.

Wellicht zult u reeds het bos door de bomen niet meer zien bij m.n. de internationale aanduidingen, want tenslotte is het al erg moeilijk een PR kwaliteit van een ZFR kwaliteit te onderscheiden voor velen. Toch zijn de Amerikanen nog een stapje verder gegaan in het kwalificeren van munten. In deze kwalificering die tot uiting komt in de codering 'MS' met een cijfer hierachter worden ook de kleur, het aantal krasjes per deel van het oppervlak, glans, randschade e.d. tot uiting gebracht. Er zijn diverse bedrijven in de VS die deze kwaliteitsvastelling verzorgen:
 

American Numismatic Association Certification Service (ANACS) http://www.anacs.com
   
Numismatic Guaranty Corporation (NGC) http://www.ngccoin.com
   
Professional Coin Grading Service (PCGS) http://www.pcgs.com


Zij leveren de munt na kwaliteitsvaststelling af in luchtdichte, niet te openen, doorzichtige plastic houder voorzien van barcode en hologram van betreffende frima.
 

1 cent 1896 MS63RB getaxeerd door NGC
   
10 cent 1896 MS65 getaxeerd door PCGS
   
10 cent 1903 MS67 'rainbow toning' getaxeerd door NGC


Het wachten is op Nederlandse bedrijven die deze service gaan aanbieden; dit zou een hoop gesjoemel met kwaliteiten en valse munten doen verdwijnen!

 

Het zelf bepalen van kwaliteit

 Zoals gezegd ligt mijn specialisatie volledig bij munten geproduceerd in de regeerperiode van H.M. Koningin Wilhelmina, inclusief de jaren dat haar moeder, H.M. Koningin Emma, deze taak wegens jeugdige leeftijd van Wilhelmina op zich nam, dus de periode 1891 tot en met 1948. 
 


H.M. Koningin Emma (regentes) en haar dochter Wilhelmina, 1884


Ik beperk mij dan ook tot de munten uitgegeven in deze periode, voor wat betreft gedetailleerde uitleg waarop te letten bij de kwaliteitsbepaling. Van elke munttype zal ik trachten e.e.a. te omschrijven in navolgend overzicht. Ik ga hierin uit van de munt in kwaliteit waarmee deze destijds uit de muntpers is gevallen. Met behulp van de kwaliteitsomschrijving beschreven in de catalogus van de NVMH kunt u zelf inschatten waar een munt op de kwaliteitsladder te plaatsen. Mijn omschrijving is hier een uitgangspunt voor, want zonder ooit eenzelfde munt in FDC kwaliteit te hebben gezien is het onmogelijk de kwaliteit van een munt vast te stellen.

 

 

Overzicht Nederlandse munten
(uitgegeven tussen 1891 en 1948)

 

Halve cent, eerste type, 1891 t/m 1901
 

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1/2 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 1,25 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 14 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : 1900 met groter jaartal dan normaal

 

Kwaliteitskenmerken
 
In volledige FDC staat dienen deze muntjes koperkleurig te zijn, nijgend naar goudkleur. Op de rand is een extra opliggend randje zichtbaar waarin de kartels van de rand doorlopen tot op voor- en keerzijde; deze karteling loopt dus als het ware door 'op' de rand. Zeer duidelijk te onderscheiden dienen de manen van de leeuw te zijn. Naarmate er sprake is van één van de eerste slagen zijn de vingers in de klauw van de leeuw (die het zwaard vasthoudt) en het middenlijntje in het lemmet van het zwaard nog zichtbaar. Munten met lichte verkleuring en/of corrosievlekjes duiden op een originele munt en mogen nog steeds FDC genoemd worden. Munten zonder bruine verkleuring en/of corrosievlekjes brengen op veilingen steevast een veelvoud van de catalogusprijs op (Choice BU, zie voorgaand betoog). Meest ideale kleur van een dergelijke munt is een egale goudkleur.

PS Op bovenstaande foto is duidelijk een opliggend lijntje aanwezig door de "K" van Koninkrijk. Dit als gevolg van een stempelbreukje. Dit doet echter geen afbreuk aan de FDC kwaliteit; zo kwam de munt immers uit de muntpers. Verder doet zich bij dit muntje nog een bekend muntfenomeen voor, nl. een zogenaamde dubbelslag (in het Engels 'Double die') van de woorden "KONINGRIJK DER NEDERLANDEN". Dit is m.n. goed zichtbaar bij de laatste letters van het woord "KONINGRIJK". Bij een reguliere uitvoering zijn de letters veel minder dik.

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1891 : Moeilijk in FDC,  redelijk in PR
1894 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1898 : Uiterst moeilijk in FDC, moeilijk in PR
1900 : Zeer moeilijk in FDC, redelijk in PR
1901 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR


 

Halve cent, tweede type, 1903 t/m 1906
 

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1/2 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 1,25 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 14 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Letters, munt- en muntmeesterteken kleiner dan bij eerste type, andere tekening leeuw, iets andere tekening van de oranjetakken op keerzijde

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken halve cent 1891-1901

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1903 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1906 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR


 

Halve cent, derde type, 1909 t/m 1940

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Zeepaard, vanaf 1934 met druiventros
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1/2 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 1,25 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 14 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Letters waardeaanduiding groter dan bij tweede type, open kroon, oranjetakken met appels

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken halve cent 1891-1901. Van 1914 tot en met 1930 zijn veel muntplaatjes zwart gemaakt. De FDC kwaliteit kenmerkt zich bij gebruik van zwarte muntplaatjes door egaal zwart zijn zonder doorschijnend koper of lichter bruin (zgn. gevlamde munten), liefst met een spiegelende staalblauwe glans

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1909 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1911 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1912 : Vrij algemeen in FDC, algemeen voorkomend in PR
1914 : Vrij moeilijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1915 : Zeer moeilijk in FDC, vrij moeilijk in PR
1916 : Vrij moeilijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1917 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1921 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1922 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1922 over 1921  : In FDC vrijwel een unicum, uiterst moeilijk in PR
1928 : Vrij moeilijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1930 : Vrij moeilijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1934 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1936 : Vrij algemeen voorkomend in FDC
1937 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1938 : Vrij algemeen voorkomend in FDC
1940 : Vrij algemeen voorkomend in FDC

 

 

Cent, eerste type, 1892 t/m 1899

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : -

 

Kwaliteitskenmerken
 
In volledige FDC staat dienen deze muntjes koperkleurig te zijn, nijgend naar goudkleur. Op de rand is een extra opliggend randje zichtbaar waarin de kartels van de rand doorlopen tot op voor- en keerzijde; deze karteling loopt dus als het ware door 'op' de rand. Zeer duidelijk te onderscheiden dienen de manen van de leeuw te zijn. Verder zijn dan de vingers in de klauw van de leeuw (die het zwaard vasthoudt) en het middenlijntje in het lemmet van het zwaard goed zichtbaar. Munten met lichte verkleuring en/of corrosievlekjes duiden op een originele munt en mogen nog steeds FDC genoemd worden. Munten zonder bruine verkleuring en/of corrosievlekjes brengen op veilingen steevast een veelvoud van de catalogusprijs op (Choice BU, zie voorgaand betoog). Meest ideale kleur van een dergelijke munt is een egale goudkleur.

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1892 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1896 : Zeer moeilijk in FDC, vrij moeilijk in PR
1897 : Uiterst moeilijk in FDC, moeilijk in PR
1898 : Vrij moeilijk in FDC, redelijk in PR
1899 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR

 

Cent, tweede type, 1900

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Voorzijde en keerzijde vlakker uitgevoerd dan eerste type, andere tekening van de leeuw. Er bestaan meerdere stempels van dit type, o.a. met ronde nullen van jaartal i.c.m. langer muntmeesterteken en met ovale nullen van het jaartal i.c.m. korter muntmeesterteken

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken cent 1892-1899

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1900 ronde nullen : Moeilijk in FDC, vrij algemeen in PR
1900 ovale nullen  : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen in PR

 

Cent, derde type, 1901 "KONINGRIJK"

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Voorzijde en keerzijde vlakker uitgevoerd dan eerste type, andere tekening van de leeuw, met weinig manen en geringer reliëf, 10 blokken i.p.v. 15 blokken in het veld, letters in omschrift groter. In tegenstelling tot de cent van type 4 uitgevoerd met "G" in het wooord "KONINGRIJK" in het omschrift

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken cent 1892-1899

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1901 G : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen in PR

 

Cent, vierde type, 1901-1907

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Hellebaard
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Als derde type maar nu met beter reliëf, andere tekening van de leeuw op de voorzijde met meer manen en letters in het omschrift kleiner. Van het jaartal 1902 bestaan twee stempelvarianten; met muntmeester dicht en verder van het jaartal. Het woord "KONINKRIJK" in het omschrift voortaan met "K" i.p.v. "G" in het midden

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken cent 1892-1899. Bij dit type is verder aan de nageltjes aan de klauw waarmee de leeuw het zwaard vasthoudt goed te zien of het om een FDC kwaliteit gaat; bij de minste slijtage verdwijnen deze nageltjes en worden één geheel met de rest van de klauw

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1901 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1902 mmt dichtbij : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1902 mmt ver         : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1904 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1905 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1906 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1907 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR

 

Cent, vijfde type, 1913-1941

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Zeepaard, vanaf 1937 druiventros
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Als derde type maar nu met open kroon en andere oranjetakken, letters groter

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken cent 1892-1899. Bij dit type dienen in de FDC kwaliteit de scherpe vingers van de klauw om het zwaard goed zichtbaar te zijn, Vanaf 1913 tot en met 1930 zijn de muntplaatjes zwart gemaakt om verwisseling met gouden vijfjes te voorkomen. De FDC kwaliteit kenmerkt zich bij gebruik van zwarte muntplaatjes door egaal zwart zijn zonder doorschijnend koper of lichter bruin (zgn. gevlamde munten), liefst met een spiegelende staalblauwe glans

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1913 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1914 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1915 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1916 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1917 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1918 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1919 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1920 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1921 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1922 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1924 : Uiterst moeilijk in FDC, moeilijk in PR
1925 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1926 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1927 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1928 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1929 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1930 : Vrij moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1931 : Moeilijk in FDC, redelijk in PR
1937 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1938 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1939 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1940 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1941 : Vrij algemeen voorkomend in FDC

 

Cent, zesde type, 1942 en 1943 geslagen te Philadelphia (USA)

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Palmboom
Voorzijde                : Gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel
Achterzijde             : 1 cent binnen twee samengebonden oranjetakken
Gewicht                   : 2,5 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 19 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : Voorzijde en keerzijde met meer reliëf uitgevoerd dan vijfde type, andere tekening van de leeuw, 1942 in oranje kleur en 1943 in gele kleur door verandering in het kopergehalte. 1942 speciaal geslagen voor Nederlandse Antillen en Suriname, 1943 uitsluitend voor Suriname

 

Kwaliteitskenmerken
 
Zie voor kwaliteitskenmerken cent 1892-1899

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1942 P : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1943 P : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR

 

Cent, zevende type, 1941-1944

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Geen
Voorzijde                : Rechtkruis
Achterzijde             : 1 cent met vier golven 3 korenaren
Gewicht                   : 2 gram
Metaal                   : zink
Diameter                : 17 mm
Rand                        : Gekarteld
Overig : -

 

Kwaliteitskenmerken
 
Deze zinken centen geslagen onder de Duitse bezetting zijn in de FDC kwaliteit helder zilverachtig glimmend van kleur met duidelijke stempelglans

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1941 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR
1942 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1943 : Vrij moeilijk in FDC, algemeen voorkomend in PR
1944 : Moeilijk in FDC, vrij algemeen voorkomend in PR

 

Cent, achtste type, 1948

 

FOTO VOLGT FOTO VOLGT

 

Algemene kenmerken
     
Muntmeesterteken : Vis
Voorzijde                : Portret Koningin Wilhelmina naar links
Achterzijde             : 1 cent
Gewicht                   : 2 gram
Metaal                   : brons
Diameter                : 17 mm
Rand                        : Glad
Overig : -

 

Kwaliteitskenmerken
 
In volledige FDC staat dienen deze muntjes koperkleurig te zijn, nijgend naar goudkleur. Munten met lichte verkleuring en/of corrosievlekjes duiden op een originele munt en mogen nog steeds FDC genoemd worden. Munten zonder bruine verkleuring en/of corrosievlekjes brengen op veilingen steevast een veelvoud van de catalogusprijs op (Choice BU, zie voorgaand betoog). Meest ideale kleur van een dergelijke munt is een egale goudkleur.

 

Mate verkrijgbaarheid
     
1948 : Redelijk in FDC, algemeen voorkomend in PR

 

 

 

 

 

Tot slot

Voordat u op een niveau van redelijke muntkennis bent aangeland zijn er reeds vele jaren verstreken. Vaak ziet u een munt slechts een enkele keer voordat een exemplaar in uw verzameling verdwijnt. Ik kan u daarom slechts aanraden op te passen voor miskopen. Goedkoop is vaak duurkoop binnen de muntwereld. Ik kan u deze kennis slechts overdragen door schade en schande wijs geworden, helaas...

Maar bovenal blijft het verzamelen van munten een fantastische vrijetijdsbesteding. Als u mijn bovenstaande adviezen ter harte neemt kan u veel leed in uw hobby bespaard blijven en hoop ik dat u net zoveel plezier als ik kunt (gaan) beleven op numismatisch gebied!

 

 

Bekijk deze website bij voorkeur op resolutie 1024x768 of hoger